Marina Kuipers – Nader tot Reve


Het zal inmiddels de meesten op school niet ontgaan zijn dat ik een diepe bewondering koester voor het werk van Gerard Reve. Vaak wordt mij gevraagd wat ik er dan precies zo bijzonder aan vind en die vraag blijkt eigenlijk niet zo eenvoudig te beantwoorden. Een van de grote wapenfeiten van Reve is zijn onnavolgbare stijl. Een opvallend aspect van die stijl is zijn vermogen om de alledaagse realiteit te verweven met magisch-realistische elementen. Nader tot U, een brievenbundel, is één van mijn favoriete boeken. Hierin creëert Reve een wereld, waarin het alledaagse en het bovennatuurlijke naadloos samensmelten. Een ander kenmerk is dat hij plechtig taalgebruik met platvloerse observaties afwisselt, hetgeen soms een uiterst komisch effect, maar ook een ontregelende werking heeft; je weet niet waar je precies aan toe bent als lezer. Je herkent een tekst van Reve meteen, en je weet, alleen hij kan het zo zeggen, in onnavolgbaar mooi Nederlands.

Nader tot U is een bijzonder persoonlijk en introspectief werk dat de grenzen tussen religie, seksualiteit en spiritualiteit opzoekt en bevraagt. De ik-figuur is in deze bundel openhartig over zijn geworstel met drank, depressies, religie en er wordt vrijmoedig geschreven over homoseksuele liefde. Het is prijzenswaardig dat Van Oorschot het boek in 1966 durfde uit te geven. Een van de meest controversiële aspecten van deze bundel is de expliciete en erotische taal waarmee Reve zijn verlangen naar God uitdrukt. In “Brief uit Het Huis, genaamd Het Gras” beschrijft Reve – ontroerd door de ezeltjes die hij in Spanje zag rondlopen en die hij de nederigste dieren ter wereld vond – dat hij met God in de gedaante van een éénjarige muilezel seks heeft. Een SGP-lid van de Tweede Kamer was niet erg geamuseerd en beschuldigde Reve van godslasterlijke, immorele, bestiale en zelfs satanische uitlatingen. Het kwam tot een proces, het zogenaamde ‘ezelproces’. Het vonnis luidde dat godslastering bewezen was. Er werd geen straf opgelegd, maar Reve ging evengoed in hoger beroep en voerde zijn eigen pleidooi. En Reve won. Het is jammer dat de bundel vooral door het ‘ezelproces’ beroemd is geworden. Je zou bijna vergeten dat er nog vele andere pareltjes in staan, zoals de volgende passage uit “Brief in de nacht geschreven”:

“Vannacht zag ik, als in een laat winterlicht, mijn oude school in Betondorp weer voor me, en opeens begreep ik, dat uit de gestalte van dit gebouw, indien iemand het verstand had bezeten, reeds toen de zekerheid van de oorlog en al zijn rampen berekend had kunnen worden. Ook doemden weer de kommunistiese jeugdkampen voor me op, met hun altijd onbeschrijflijk slecht – vrijwel tot onbegrijpelijkheid toe- uit het Duits vertaalde leuzen en liederen, voor welker teksten ik mij, om een of andere reden, verschrikkelijk schaamde; eerst thans begrijp ik, dat deze kampen niet anders geweest zijn dan aankondigingen, in een schijnbaar onschuldige vorm, van de konsentraatsiekampen en vernietigingskampen die nog moesten komen.” (1)

In ”Brief door tranen uitgewist” staat de volgende passage, waarin het geworstel van de auteur met de volmaakte formulering die alle andere teksten overbodig maakt, centraal staat:

“Alles moest zo zijn, maar begrijpen kon men het niet. Er stond ons stellig nog veel meer te wachten, want een paar dagen tevoren, toen ik een brief was gaan posten, had ik een dier met mensenoren in een mand in een boom zien zitten, en zoiets kon nauwelijks iets goeds aankondigen. Een massa dingen kon je beter niet eens proberen. Dat gedicht bijvoorbeeld, waar alles in moest staan, zodat ik nooit meer een gedicht behoefde te schrijven, en er tevens aan alle getob van alle dichters een einde zou zijn gemaakt, dat kon nooit bestaan, want het zou een soort literair perpetuum mobile moeten wezen, en dat was niet mogelijk.” (2)

De bundel sluit af met een afdeling “Geestelijke liederen”. Vooral het gedicht Dagsluiting ontroert me.


Dagsluiting

Eigenlijk geloof ik niets,

en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.

Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,

dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,

en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt

zoals ik U. (3)


De godsbeleving van Reve in een notendop. God is vermenselijkt en is net zo eenzaam en wanhopig en op zoek naar de ander als Reve. Deze menselijke God is wel bereikbaar.

Van het Reve, G.K. 1966 Nader tot U, Amsterdam: G.A. van Oorschot

(1) pagina 59

(2) pagina 55

(3) pagina 152

Loading

,