Amber Verdikt – Een ongemakkelijke ontmoeting


[red.:] eerder verscheen al een spannend fragment (klik) uit Ambers roman-in-progress. Lees hier hoe het verder gaat:

Betoverd liep Melissa verder achteruit, totdat ze struikelde en achterover viel. Melissa deed van schrik haar ogen dicht. Toen ze haar ogen weer open deed keek ze recht in twee rode ogen van een jongen.  
  ‘Gaat het?', vroeg hij.  
  ‘Ja, het gaat wel,’ zei Melissa zachtjes. Ze was betoverd door de schitterende ogen.  
  ‘Mooi, kan je dan nu van me af gaan?’  
Toen pas merkte Melissa hoe ze erbij lag. Ze lag half over de schoot van de jongen heen. Melissa schoot van hem alsof hij in brand stond. 
  ‘Oh mijn goden. Het spijt me zo erg. Het was niet mijn bedoeling om… het spijt me,’ stamelde Melissa geschrokken.  
  ‘Eerste keer zeker,’ zei de jongen.  
  ‘Ja sorry dat ik voor je viel, eh, ik bedoel op je viel, nee…’ Melissa begon hevig te blozen.  De jongen schoot in de lach en stond op. Oh, wat was zijn lach een mooi geluid. 
  ‘Het geeft niks. Toen ik hier de eerste keer kwam, struikelde ik over een steen en brak mijn arm,’ zei hij. ‘Ik heet trouwens Macnes.’  
  ‘Melissa.’  
  ‘Melissa. Je naam is net zo mooi als je eruit ziet,’ zei Macnes. Melissa glimlachte en begon nog erger te blozen.  
  ‘Wat doe je hier? Of, wat schreef je?’ vroeg Melissa. Ze wees naar het boek dat open naast Macnes lag.  
  ‘Niks, helemaal niks. Dat is eh… huiswerk. Ja, heel saai huiswerk’ zei Macnes blozend. Hij stopte het boek snel in zijn tas. 
  ‘Je hoeft het niet te zeggen als je het niet wilt. Ik was gewoon…’ Melissa maakte haar zin niet af.  
  ‘Je was gewoon… wat?’ vroeg Macnes.  
Melissa kon niets meer zeggen, want in de verte zag ze een donker land en een groot zwart paleis. Macnes draaide zich om en zag waar ze naar keek.  
  ‘Dat is Kelipsa en dat in de verte is het kasteel, al lijkt het soms meer op een gevangenis.’  
  ‘Ben jij weleens in het heksenrijk geweest?’ vroeg Melissa. 
  ‘Ja, maar ik raad je het niet aan. Heksen worden aangeleerd om wreed te zijn, ook al willen sommige dat niet, en het rijk is donker als de nacht,’ zei Macnes, terwijl hij naar het rijk staarde met meer haat in zijn ogen, dan dat Melissa ooit eerder bij een man had gezien. Er liep een koude rilling over Melissa’s rug. Toen bedacht ze dat ze al veel te lang weg was geweest.  
  ‘Ik moet gaan, ze vermoorden me als ik niet op tijd thuis ben,’ zei Melissa.  
  ‘Ik zie je wel weer schoonheid,’ zei Macnes met een knipoog. Melissa zag aan Macnes dat hij het niet bedoelde om eng te zijn. Dat vertelde zijn vriendelijke ogen en lach haar. Toch lachte Melissa ongemakkelijk toen ze weg liep. Ze hoorde nog net dat Macnes beschaamd zei: ‘Wat in Kelipsa’s naam bezielde me om te zeggen dat haar naam net zo mooi was als zij. En zei ik nou echt schoonheid. Oh, wat moet ze wel niet van me denken.'  
  Melissa moest lachen. Dit bevestigde haar vermoedens hij ondanks de donkere kleren niet zo creep was als je in eerste instantie zou denken. 

Loading