[red.:] De onderstaande tekst is een Nederlandse versie van de speech die oud-leerling Samir Bashara (eindexamen 2001) uitsprak tot besluit van IMUNA 2023. Samir Bashara is directeur van het Nationaal Programma Samen Nieuw-West (Amsterdam), lid van het partijbestuur van GroenLinks en voormalig wethouder in Hoorn.
Het is mij als oud-leerling van het Murmellius, oud-deelnemer van IMUNA en voormalig deelnemer en MUN-director bij enkele andere MUN-congressen in de jaren ’90 van de vorige eeuw, een eer jullie te mogen toespreken. Ik hoop en vertrouw erop dat jullie een paar vruchtbare en inspirerende dagen achter de rug hebben, waarin het thema van ‘grenzeloze vrijheid’ van alle kanten is belicht. Ik ben ook zeer benieuwd naar jullie inzichten. Ik kan jullie zeggen dat ik zelf tot de categorie behoor die tamelijk kritisch in dat thema staat. Ik hoop dan ook dat jullie gesprekken indringend zijn geweest en dat de ernst van de staat waarin onze wereld verkeert, ten volle aan bod is gekomen.
Ik zie namelijk een zaal vol jong talent. Een zaal vol met de bestuurders van de toekomst. Maar van wat voor toekomst eigenlijk? En wat voor leiderschap vraagt die toekomst? Niet zo lang geleden werd ik, samen met een grote groep hedendaagse bestuurders (met name wethouders) toegesproken door een jongeman die daarover een overdonderend scherpe boodschap had. Een boodschap over besturen in crisistijd. Een boodschap over de vernietigende keerzijde van grenzeloze vrijheid. Een boodschap over verantwoordelijkheid nemen, of eigenlijk vooral: het gebrek daaraan.
Zijn verhaal was zó raak en zó toepasselijk dat ik het, in overleg met hem, als uitgangspunt heb genomen voor mijn speech aan jullie. Ik begin met dezelfde waarschuwing die hij ons destijds ook gaf. Hij zei namelijk: “Jullie zien eruit als een groep die het gezellig en leuk heeft met elkaar. Waarschuwing: ik ben niet zo van het ‘gezellig’ en het ‘leuk’.”
Bestuurder zijn in crisistijd
De jongeman werd in Nederland bekend door zichzelf tijdens een live talkshow aan de tafel vast te lijmen. Hij vroeg als klimaatactivist aandacht voor de ernst van de ecologische crisis. Hij behoort, zo stelde hij, tot de laatste generatie die de ergste gevolgen van klimaatvernietiging kan stoppen. Hij hield de zaal voor dat ditzelfde voor ons gold: de laatste generatie bestuurders die de ergste gevolgen van klimaatvernietiging kan stoppen. Bestuurder in crisistijd dus.
Hoe groot is die crisis? Wat betekent het om bestuurder te zijn in crisistijd? Het is belangrijk deze vragen te benaderen vanuit de realiteit van de ecologische crisis, niet vanuit een zogenaamde ‘bestuurlijke realiteit’. De realiteit van de crisis is niet alleen wetenschappelijk. Het is een reële crisis van mensen die nu al hun oogst verliezen, nu al hun land verliezen, nu al levens verliezen. Die realiteit is dat de verhitting van de planeet nu al leidt tot extreem weer, natuurrampen, honger, schaarste, geweld, conflict, oorlog, ziekte en meer dan vijfentwintig miljoen mensen per jaar die op de vlucht zijn.
Met het huidige klimaatbeleid gaan we toe naar een wereld die gemiddeld 3 graden warmer is. Bij 3 graden verhitting is de kans op onomkeerbare kantelpunten in het klimaat waardoor de verhitting van de planeet op hol zou slaan en de Aarde grotendeels onleefbaar zou worden, zeer groot. Het is dus een understatement om te stellen dat het huidige klimaatbeleid niet voldoende is. Klimaatbeleid gaat over kansberekening. Laten we dus de kansen bekijken.
Gebaseerd op ons koolstofbudget zou Nederland in 2026 klimaatneutraal moeten zijn om een kans te hebben van 66 procent om de verhitting van de planeet te beperken tot 1,5 graad. Slechts een kans van 66 procent. Er is in datzelfde Nederland geen provincie, gemeente of waterschap die daar ook maar enigszins bij in de buurt komt. Dat is ook niet voor te stellen binnen de kaders van ons huidige economisch- maatschappelijke systeem. Het systeem van de nog altijd ongebreidelde vrije markt, waarin de waarden van het kapitalisme uiteindelijk nog altijd meestal overwinnen. Het systeem van limitless freedom…
De klimaatcrisis is zeer ernstig, maar bovendien slechts het topje van de ijsberg van een veel bredere ecologische crisis. De biodiversiteit holt zo snel achteruit dat hele ecosystemen instorten. Wetenschappers spreken van de zesde massa-uitsterving. Om dit in perspectief te plaatsen: de vijfde massa-uitsterving vond 65 miljoen jaar geleden plaats en vormde het einde van de dinosauriër. Net als de klimaatcrisis kent de ecologische crisis onomkeerbare kantelpunten, waarvan we niet zeker weten wanneer we ze bereiken en of we sommigen daarvan niet al bereikt hebben.
De ecologische crisis gaat weliswaar over de natuur, maar is geen natuurverschijnsel. Zij wordt veroorzaakt door mensen. Niet door alle mensen, zelfs niet door de meeste mensen, maar door een minuscuul kleine groep mensen, of nog specifieker, aldus de jongeman: zij wordt veroorzaakt door het al genoemde kapitalistische systeem dat het bezit van deze minuscule groep mensen boven het leven en welzijn van de rest van de planeet en haar bewoners stelt. Professor Jason Hickel definieert dat kapitalisme als een systeem met drie belangrijke kenmerken:
- het verminderen van voorzieningen in gemeenschappelijk bezit en het creëren van kunstmatige schaarste,
- een afhankelijkheid van eeuwigdurende groei, en
- het beperken van democratische besluitvorming tot zaken die buiten de economie vallen.
Binnen dit systeem zal de welvaart van een kleine groep extreem rijke mensen het altijd winnen van het welzijn van de rest van de bewoners van onze planeet.
Een tweede systeem dat ten grondslag ligt aan de vernietiging van de Aarde is het idee dat sommige vormen van het leven boven anderen staan. In dit koloniale gedachtegoed wordt ten eerste de mens kunstmatig losgetrokken van de ‘niet-menselijke natuur’ en vervolgens een deel van de mensen, de witte man, boven de rest van de mensheid geplaatst. Dit gedachtegoed werd en wordt gebruikt om het plunderen en uitbuiten van de Aarde en de bewoners van het mondiale Zuiden mogelijk te maken.
“De vraag wie volledig mens is en wie niet, ligt aan de kern van de planetaire crisis,” stelt schrijver Amitav Ghosh dan ook. De natuurwetenschappelijke realiteit is dat we nog maar een paar jaar hebben om de ergste gevolgen van de ecologische crisis te stoppen. De maatschappelijk-historische realiteit is dat deze vernietiging geen toevallige uitzondering op het systeem is, maar een direct gevolg van het kapitalisme en neokolonialisme, waarbij macht geconcentreerd is rond een zeer kleine groep die zichzelf grenzeloze vrijheid verschaft ten koste van de rest.
Het is dus duidelijk dat we de gehele maatschappij in enkele decennia moeten veranderen, om te voorkomen dat we letterlijk alles kunnen kwijtraken. Vraagt dat om stapsgewijze hervorming of om fundamentele systeemverandering?
Het durven stellen én beantwoorden van die vraag: dat is wat het betekent om bestuurder in crisistijd te zijn.
Keerpunt
Dit schreven de PvdA, D66 en PPR toen zij in 1972 de handen ineensloegen in Keerpunt ’72; het eerste en enige écht progressieve kabinet dat Nederland ooit heeft gekend:
“De oorzaak van de machteloosheid van behoudende kabinetten is dat zij zich tot gevangene hebben gemaakt van de bestaande machtsverhoudingen in onze samenleving. Zij aanvaarden klakkeloos een maatschappijvorm waarin enkelingen beslissen over de toekomst van velen en maken daar ook dankbaar gebruik van.”
Tegenover de machteloosheid van de gangbare politiek stelden zij een politiek van verregaande democratisering en doorbreking van de bestaande machtsverhoudingen. Ver zijn ze toen niet gekomen, maar, of wellicht mede daarom is dit nu meer dan ooit nodig. Om een echt weerwoord te formuleren tegen de escalerende effecten van decennia aan neoliberaal beleid.
In elk aspect van de maatschappij zien we de enorme gevolgen van dat beleid. Afgebroken volkshuisvesting, zorg, jeugdzorg, onderwijs, cultuur en natuur snakken allemaal naar fundamenteel ander beleid. Een van de grootste overwinningen van het neoliberalisme is dat mensen zichzelf niet meer als actor in de maatschappij zien. Burgers zijn verworden tot kiezers en consumenten, bestuurders zijn verworden tot managers. We zijn het eigenaarschap over de maatschappij kwijt. Om de grote crises van deze tijd aan te kunnen pakken is het nodig dat eigenaarschap terug te winnen. Het eigenaarschap van mensen over hun levens, collectief eigenaarschap over de gehele maatschappij.
Dat vraagt volgens een steeds grotere groep denkers om een radicale democratisering van de hele maatschappij. In de eerste plaats van het democratisch bestuur, waar we echte zeggenschap op verschillende niveaus – van lokaal tot nationaal – bij burgers leggen. Maar we zullen vooral onze economie moeten democratiseren. Hier ligt de grootste uitdaging.
Zoals de eerder aangehaalde professor Jason Hickel stelt, is een belangrijk kenmerk van het kapitalisme dat het de economie buiten het domein van de democratie plaatst. Om de crisis van deze tijd te kunnen oplossen zou het dan dus onvermijdelijk zijn om die hegemonie van het kapitalisme te doorbreken.
Bijvoorbeeld door de neoliberale privatiseringen van de afgelopen dertig jaar terug te draaien. Door de meest vervuilende bedrijven direct te sluiten. Door bedrijven die producten leveren die ook na de transitie nodig zijn, zo snel mogelijk in publieke handen te brengen voor een snelle en eerlijke transitie. Wellicht moeten bedrijven in handen van werkers komen, te beginnen met bedrijven met een groot publiek belang als banken, energiebedrijven, scholen, woningcorporaties en zorginstellingen.
Met het terugwinnen van collectief eigenaarschap over de economie verschuiven de politieke mogelijkheden in de volledige maatschappij. Democratisering van de economie is een voorwaarde voor het echt kunnen bestrijden van de klimaatcrisis, maar ook voor andere belangrijke doelen zoals het tegengaan van materiële en immateriële ongelijkheid, discriminatie en een eerlijke energietransitie.
Terugwinnen
Het verhaal van vergaande democratisering en eigenaarschap is het verhaal waarmee we mensen die het vertrouwen in de politiek zijn verloren, kunnen terugwinnen. Het is bovendien een tegengif voor het cynische narratief van individuele verantwoordelijkheid dat het maatschappelijk debat beheerst, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend op het thema ‘klimaat’. Met dit verhaal van democratisering van economie en bestuur kunnen we de noodzakelijke nieuwe mogelijkheden in de geschiedenis schrijven.
Deze strijd vindt al plaats, zowel binnen als buiten het parlement, zo sprak de jongeman Het derde deel van zijn verhaal ging dan ook over de verhouding tussen de vertegenwoordigende politiek en buitenparlementair activisme. Zijn stelling was dat alle grote maatschappelijke veranderingen zijn afgedwongen door strijd. Of we het nou hebben over het einde van de slavernij, het ontstaan van het algemeen kiesrecht of het vormen van de verzorgingsstaat. Zelfs de parlementaire politiek zelf is ontstaan uit maatschappelijk protest.
Vaak wordt gezegd dat de rol van sociale bewegingen is om onderwerpen te agenderen en de rol van politieke partijen om veranderingen uiteindelijk te institutionaliseren. Dit is om twee redenen te kort door de bocht. Ten eerste is de weg van agendering tot verandering niet rechtlijnig. Voor een grote maatschappelijke verandering door politieke partijen wordt omarmd wordt deze vaak eerst afgehouden, of zelfs tegengewerkt. De moeite die ook progressieve politici nog geen tien jaar geleden hadden om zich uit te spreken over het afschaffen van Zwarte Piet, is hier een goed voorbeeld van.
Ten tweede suggereert het woord ‘agenderen’ dat overtuiging het belangrijkste principe van verandering is. Alsof politici zich eerst niet van een probleem bewust zijn, het dan op de agenda wordt gezet, deze politici vervolgens door argumenten overtuigd raken er iets aan te moeten doen en het probleem vervolgens oplossen. Als dat zo was, hadden we inmiddels geen klimaatcrisis meer.
Het is niet een gebrek aan begrip, maar de maatschappelijke en economische machtsverhoudingen die het onrecht in stand houden. De grenzeloze vrijheid van, in feite een minuscuul kleine groep. Alleen als er een sterke buitenparlementaire beweging is om de politiek na de verkiezingen aan haar idealen te houden, ontstaat er mogelijk een politieke realiteit waarin ook de middenpartijen die nodig zijn voor een meerderheid, mee te krijgen zijn in radicale verandering.
De grootste maatschappelijke veranderingen worden bereikt als een sterke beweging op straat de basis vormt van een partijpolitieke beweging, aldus de jongeman. De parlementaire beweging is voor haar mandaat afhankelijk van de beweging op straat, niet andersom. Dit besef is cruciaal om samen de veranderingen af te kunnen dwingen die zo hard nodig zijn.
Revolutie?
Ik sta hier niet de parlementaire revolutie te bepleiten. Ook is mijn oproep niet dat u vanaf morgen allemaal in radicale klimaatactivisten verandert. Er zijn verschillende wegen en verschillende rollen. Waarom ik het verhaal van deze jongeman wel aan u overbreng, is omdat hij mijns inziens de kern raakt van het debat dat u de afgelopen dagen naar ik hoop hebt gevoerd. Namelijk dat grenzeloze vrijheid en de systemische excessen die eruit zijn voorgekomen, ons vrij letterlijk aan de rand van een diepe afgrond hebben gebracht.
Er zijn dingen die we collectief kunnen doen om de klimaat- en ecologische crisis te bestrijden. Die doen we niet. We zijn getuige van de grootste massa-uitroeiïng in de geschiedenis. Dit klinkt misschien als een heel groot statement, maar op de keper beschouwd is het niet anders dan een feitelijke omschrijving van wat er aan de hand is. Een kleine kapitalistische elite pleegt in feite wat de filosoof John Somerville ‘omnicide’ noemt. De vernietiging van alles dat leeft.
Wij behoren tot de laatste generaties die hier iets aan kunnen doen.
En met alle onze goede bedoelingen, met al onze transitiedoelen, met al onze speeches, debatten en netwerkdagen zijn we vooralsnog hopeloos aan het falen. Dat feit doorbreken, is de grote opgave. Dat, bestuurders van de toekomst, is wat het betekent om bestuurder in crisistijd te zijn. Dat is de realiteit. Alles moet anders.
Want alles staat op het spel.
Dank u wel.