Ramses van Brunschot – drie gedichten


De vis 

Hij zwemt onder het gewicht van de zee 
Hij zinkt in een zee van leugens 
Beloftes onwaargemaakt 
Hij drijft wanneer het eind langs is geweest 
En wordt gedreven door instinkt 

Wij zijn vogels voor de vis 
Ver ergens boven in de lucht 
Toch nog vast aan land  
Een vlieger aan touw gebonden 
Een vlieger trouw gebonden  

Stromen als het water 
Dat stroomt voorbij de vis 
Zo veranderen wij 
En toch blijft het hetzelfde 

Alleen de vis kan onder water ademen  
En wij verdrinken in verdriet 

___________

De vogel 

Hij vliegt, hij kan vliegen 
Naar warmer weer 
Wil jij vliegen, kunnen gaan? 
Op weg naar warmer weer 
Zijn wij opgesloten door vleugelloosheid 
Of doordat we niet weten hoe we moeten vliegen? 
In ons eigen hoofd 
Een kooi speciaal voor jou 
Een glinstering, geen vergissing in 
Hier zit jij je leven lang 

Heb je de pik op jezelf? 
Of stil je gewoon maar tijd 
Stilt het ook de honger? 
Lest het dan je dorst? 
Als je weer je voeding krijgt 
Tevreden in een warm klimaat 
Waarom zou je ooit gaan vliegen 
Dat kost alleen maar moeite toch 
Als je weet dat het toch niet gaat 
De weg naar warmer weer 
De weg hier ver vandaan 
Weg gegaan en geen zorgen meer 
Een zorgeloos bestaan 

_____________________

Kippenhok 

Je tijd is op zei de kip zonder kop, 
Het is met je gedaan zei de stemloze haan 
Rennen 

Loading