De Grote Volksschrijver, Gerard Kornelis van het Reve, was 14 december jongstleden 100 jaar geleden geboren. December is de maand die onlosmakelijk is verbonden met De avonden. Maar Gerard Reve, zoals hij zichzelf vanaf 1973 noemde, “omdat die naam beter was voor zijn “winkel” ‘, is veel meer dan de auteur van zijn debuutroman uit 1947.
Hij is de schrijver van een onvergelijkelijk oeuvre van verschillende genres en een onovertroffen stilist. Hij schreef de ontroerende novelle De ondergang van de familie Boslowits, autobiografische romans (mooie paradox) als Moeder en zoon, en reisbrieven waarvan Op weg naar het einde en Nader tot U de bekendste en beroemdste en naar mijn mening de mooiste zijn. Daarnaast was hij ook een niet onverdienstelijk dichter.
Deze maand werd het honderdste geboortejaar van Reve op verschillende manieren gevierd. Er waren diverse lezingen in zijn geboortestad, er verscheen een vijfdelige facsimile-uitgave van de manuscripten en werkversies van het brievenboek Op weg naar het einde, De Bezige Bij bracht een nieuwe editie van De avonden uit. De twee modeontwerpers, exen Teigetje en Woelrat, ontwierpen een speciale sjaal ter ere van 100 jaar Reve en op het Murmelliusgymnasium werd een docent Nederlands geïnterviewd.
Als je van Reve houdt, dan komt er een moment dat je ook op bedevaart gaat naar de huizen die hij heeft bewoond. Toen ik alle woningen in Nederland had bekeken – en zelfs onder valse voorwendselen een makelaar in Weert had verteld dat ik interesse had in de woning aan de Nieuwe Markt en deze met tien Revianen kwam bezichtigen, maar daarover later meer– was het tijd om zijn huizen in Frankrijk te gaan bezoeken. Ik was enorm gefascineerd geraakt door “Het geheime landgoed”, een bunker die Reve bouwde op een oude cisterne om zijn depressies en drankzucht met fysieke arbeid te bestrijden. In al zijn brievenboeken – als ik ooit nog eens de tijd heb, dan lijkt het me geweldig om alle brieven van Reve, die nu verdeeld zijn over talloze brievenboeken, chronologisch achter elkaar te lezen. Een heel gepuzzel, maar aangenaam – zocht ik de passages op, waarin hij schreef over zijn geworstel daar boven op die berg, waar geen water voorhanden was zodat hij in een dorp in het dal jerrycans met water naar boven moest zeulen om het cement aan te kunnen lengen. Reve was dol op cement! Hij heeft een keer in Greonterp een manshoge muur om zijn voortuin gemetseld, zodat hij en de jongens ongehinderd konden zonnen. De Friezen waren daar niet erg van gediend en vonden het typische stadse fratsen, zo’n muur die je alle uitzicht ontnam. Reve kon hem weer afbreken.
Toen ik uiteindelijk het landgoed had gevonden (de forse door Reve gemetselde schoorsteen stak al geruime tijd boven de top van de berg uit, maar je moet wel weten waar je naar kijkt en alles valt pas in perspectief als je het geheel kunt aanschouwen) werd ik bevangen door een enorme ontroering. Ik had honderden keren alle foto’s die ik kon vinden bestudeerd en daar stond ik dan, oog in oog met die beroemde bunker. Elke steen was door de handen van Reve gegaan. De kolenschop, waar hij met ontbloot bovenlijf trots mee poseert, lag er ook gewoon nog, en ook het grotje dat hij naast de ingang had gemetseld met daarin een door Guus van Bladel geschonken Mariabeeld. Ik wist het al, maar nu wist ik het zeker; dit landgoed moest ik kopen, om het voor verval te behoeden. Een moeizaam traject dat enkele jaren zou duren brak aan. Joop Schafthuizen had het huis geërfd en al snel waren we het eens over de prijs, dus een snelle afhandeling lag in het verschiet. Er moesten van zijn kant alleen nog een paar kleine administratieve handelingen verricht worden en die zouden jaren in beslag nemen en uiteindelijk ging de koop niet door. Daarover later meer.
Inmiddels was het in de Reve-kringen bekend dat iemand bezig was geweest met de aankoop van het landgoed in de Drôme. De journalist Jaap Stiemer nam contact met me op, omdat hij een stuk wilde schrijven over de huizen van Reve en of ik daar aan wilde meewerken. Later bezocht ik een lezing van Jaap over zijn liefde voor het werk van Reve en over de tocht die hij maakte langs zijn huizen.
En zo kwam het dat hij onlangs ook contact met me opnam, omdat hij een stuk wilde schrijven ter gelegenheid van Reves honderdste geboortedag. Dit stuk is nu, met Jaaps instemming, te lezen in de Antipres (klik): het verscheen op 9 december 2023 in het Noordhollands Dagblad.
Aan de leesapp over De avonden doen inmiddels zes docenten Nederlands mee, onder wie mevrouw Müller, die nog geen jaar heeft overgeslagen en drie collega’s van andere scholen. Er doen twee oud-leerlingen mee, die 6 jaar geleden hun diploma behaalden, enkele ouders lezen mee, enkele collega’s en natuurlijk veel leerlingen van het MG! We starten 22 december, dus je kunt je nog steeds aanmelden bij kui@murmellius.nl