Achter het luik was het stil. Het helse krijsen, dat niet leken te stoppen, was veranderd in een stilte. Een stilte die misschien luider was dan wat daarvoor had plaatsgevonden. Het luik opende en uit een walm van rook rolden zwarte balletjes, die precies op hun plek in een bijna oneindig rooster plaatsnamen. Het rooster was overkoepeld door een levenloze kleur, een kleur die hiervoor nog niet bestond.
Zodra de balletjes stil lagen op hun plaats mengden ze zich als een druppel water in de melk met de overkoepeling, zodat hun aantal niet meer waarneembaar was. Dit korte gevoel van complete leegte en stilte werd weer onderbroken door het geschreeuw achter het luik.
Voordat wij hier in zaten waren wij mensen, maar nu zijn wij machines. Niet meer dan een complex mechanisme van vlees en bot, beroofd van alle gedachten.
Vroeger had ik dezelfde gedachte gehad. Ik had samen met mijn vrienden, ik weet niet meer hoeveel, een boerderij in Çorum. Telkens als ik de koeien moest melken dacht ik bij mezelf: “Koeien zijn eigenlijk niets meer dan een complex mechanisme van vlees en bot.” In hoeverre verschil ik nu van deze dieren?
Wat ik nu doe verschilt niet heel veel van mijn leven als boer. Elke dag was een herhaling, de handelingen waren hetzelfde en ze hadden dezelfde uitkomst. Ik wist vandaag al hoe morgen zou zijn. Althans, dat dacht ik. Totdat de hergeboorte plaatsvond.
Jarenlang worstelden mensen met gelijkheid in kansen en in rechten. Conflicten, ruzies en zelfs enorme oorlogen vonden hierdoor plaats, waaronder de Continentale Oorlog. De bewoners van de Verenigde Staten werden volgens hun regering te afhankelijk van China en toen de Verenigde Staten streefden naar de verbanning van producten afkomstig en geproduceerd uit China, moesten andere landen volgen. Een nieuw pact van de Verenigde Staten zorgde ervoor dat, net zoals het Truman-pact voor het communisme deed, de Chinese invloed extreem verminderd werd. China was hier echter niet blij mee. Hun grootste bronnen van inkomst werden in een mum van tijd platgelegd en de economische markt stond op het punt van een onomkeerbaar dieptepunt. China beantwoorde dit met een tegenaanval. Het werd oorlog.
Niet alleen China maar vele andere landen in Azië vochten mee om hun land staande te houden. Amerika wilde, zoals de overheid het zei, haar onafhankelijkheid terug. De oorlog bereikte in korte tijd een climax. Het dreigen met kernwapens werd meer dan alleen dreigen. Amerika en Azië zagen in dat dit catastrofale gevolgen voor de mensheid zou hebben, dus besloten ze om samen met alle wereldleiders samen te komen in het midden van de wereld. Hier werd de Wereldovereenkomst getekend.
Daarin stond dat alle landen en alle mensen gelijk moesten zijn. Het was niet zozeer wereldwijd communisme, maar het was een geheel nieuwe bestuursvorm. Deze gelijkheid kwam snel tot een toepassing. Iedereen moest kaal, iedereen moest contactlenzen in om hun ogen zwart te maken, iedereen werd kleurloos gemaakt door een speciaal soort bleek en iedereen leerde dezelfde taal. Ook ontstond de eerste mensendatabase, waar alle gegevens van elk persoon in stonden. Deze veranderingen brachten veel tegenslag aan de bevolking, maar velen gaf het meer kansen en voor de rest was er niet heel veel anders.
Na een aantal jaar accepteerde de meerderheid van de samenleving deze hergeboorte. Projecten en samenwerking waren nog nooit zo makkelijk en grootschalig. De wetenschappelijke vooruitgang was nog nooit zo snel en zo groot. Het was alsof de mensheid de toren van Babel herbouwde. Door de mensendatabase was er bijna geen misdaad meer en de problemen waar de mensheid jarenlang mee opgescheept zat – klimaatverandering, racisme enzovoort – waren volkomen opgelost. De mens was perfect, de mens was als God.
De enige restrictie van de mens was de limiet van de oneindigheid van het universum. Alles was uitgezocht, ontdekt en bewezen. Alles, behalve iets heel belangrijks: goed en kwaad. Het was niet te bewijzen wat goed of wat kwaad was en als iets niet te bewijzen viel dan bestond het niet. Zo verdween langzamerhand de lijn tussen de twee. Goed en kwaad bestond niet, er was alleen het menszijn.
Ik weet nog dat ik wakker werd van gebonk en gejammer uit de koeienstal, maar toen ik de deur opendeed, zaten er mensen in de stal, wachtend op hun voer. Mensen werden letterlijk beesten. Als iemand een argument dreigde te verliezen was de oplossing moord. Was iemand onaardig, moord. Had je een slechte dag, moord. Moord op mensen was niet anders dan een stuk vlees kopen in de supermarkt. De mens was een complexe machine, bestaand uit vlees en bot, geen besef van goed en kwaad. Lichamen lagen overal, op straten, in huizen, in tuinen, echt overal. Ratten namen de straten over en het dagelijks leven werd onmogelijk.
De grote opruiming begon. Mensen kwamen samen om het rooster te bouwen. Ze bouwden het rooster waar ze de Wereldovereenkomst tekenden, in het midden van de wereld, naast mijn boerderij. Het rooster was zo gemaakt, dat het kon uitrekken als er meer ruimte nodig was. Het was een prachitge glazen koepel. Ik en de vrienden met wie ik de boerderij had, wilden helpen bij de opruiming dus wij gingen de koepel in. De mensen werden uit onze stallen gerukt en in vrachtwagens meegenomen naar de ingang van het rooster. Elk van ons werd verteld om een hendel vast te pakken, maar toen ik probeerde los te laten zat ik vast. De hendel werd een extensie van mijn hand. De vrachtwagen kwam aan en de mensen werden ergens in gegooid. Wij trokken synchroon aan de handel en we hoorden het helse krijsen, gevolgd door een stilte. Het luik opende en een zwarte balletjes rolden uit het luik het rooster in. De walm en de rook die uit het luik stroomden, kwamen uit een duistere plek, donkerder dan de nacht, achter in de glazen koepel.
De balletjes rolden en rolden totdat ze plaatsnamen in het rooster. Het luik sloot en we trokken opnieuw aan de hendel, gevolgd door geschreeuw. Ik weet niet hoelang ik hier al ben. Het is pikdonker. Elke dag is in herhaling, de handelingen zijn hetzelfde en ze hebben dezelfde uitkomst. Ik weet vandaag al hoe morgen gaat zijn.