C.L. Caspers – Retroseksualiteit: over ‘Babygirl’


Nicole Kidman kruipt op handen en knieën over het hoogpolig tapijt van een dure hotelkamer, ze buigt zich moeizaam voorover en likt melk van een schoteltje, terwijl haar mannelijke minnaar tronend in een fauteuil hooghartig-tevreden toekijkt.

Wat is dit? Een remake van zo’n erotische thriller uit de jaren ’80-’90 van de vorige eeuw, waarin wat men toen ‘yuppen’ noemde zich te buiten gingen aan kinky seksspelletjes met scheve machtsverhoudingen? Nee. Het is een scène uit Babygirl (2024), een gloednieuwe 16+-film geschreven en geregisseerd door Halina Reijn. En als je goed kijkt dan kun je ze ook wel zien, de dingen die de film eigentijds maken: Romy Mathis (Kidman) heeft een telefoonverslaving, haar oudste dochter voert een genderfluïde liefdesleven en het bedrijf waar ze CEO van is, is gespecialiseerd in state-of-the-art robotica. Maar het grootste deel van de tijd waan je je als kijker in een filmwereld van zo’n dertig jaar geleden: door de kadrering, de belichting, de kostuums en make-up; door al die kantoren, hotel-, slaap- en woonkamers, keukens en nachtclubs; en door de talloze visuele verwijzingen – knipogen? pastiches? – naar films als Fatal Attraction en 9½ Weeks.

Wat het thema van de film is, staat vanaf de eerste minuut tot aan de laatste met grote letters op het scherm geschreven: VROUWELIJKE SEKSUALITEIT. Nog voordat het beeld aan gaat  horen we Romy Mathis naar een voorgewend orgasme toewerken met haar echtgenoot Jacob, en de film eindigt ermee dat Jacob zijn vrouw met een minder traditionele techniek tot een echte, ongesimuleerde climax weet te brengen. In de tussentijd heeft Mathis een verhouding gehad met Samuel, de fataal-aantrekkelijke stagiair die haar rondcommandeert in de schoteltje-likscène, snoepjes uit zijn hand laat eten, hulpeloos met zonder onderbroek op een crème-kleurige sofa te kijk zet, en te pas en te onpas zijn vingers in haar mond steekt. Geweldig geacteerd allemaal, door een 57 jaar oude Kidman, haar leeftijdgenoot Antonio Banderas (Jacob) en de veel jongere Harris Dickinson (Samuel). 

Maar wat moet je als kijker nou met deze film? Is die bedoeld als een verlate kritiek op de manier waarop vrouwelijke seksualiteit in erotische thrillers uit de jaren ’80-’90 aan de orde werd gesteld, of als een analyse van vrouwelijke seksualiteit anno 2025?

Een uitwisseling tussen de drie principals aan het eind van de film laat zien dat het Reijn, ondanks de persistente 9½ Weeks-vibe, wel degelijk om een analyse van het hier-en-nu gaat. Jacob is dan achter de verhouding tussen Romy en Samuel gekomen en hij kan er niet goed bij dat zijn maatschappelijk succesvolle vrouw zich wekenlang vrijwillig heeft laten vernederen door een toxisch-masculien ettertje. Jacob (boos, wanhopig) tegen Romy: ‘Weet je dan niet dat vrouwelijk masochisme een mannenfantasie is?’. Samuel (meewarig) tegen Jacob: ‘Dat is een achterhaalde opvatting van seksualiteit’. Zo, die zit! En in wat er van de film nog resteert, krijgt de afstotelijk-aantrekkelijke Samuel het gelijk ook. Zelf verdwijnt hij weliswaar van het toneel maar Jacob, herenigd met Romy, heeft zijn sekstechniek aangepast aan wat blijkbaar de moderne tijd is en weet z’n vrouwtje nu – voor het eerst in 19 jaar huwelijk – middels vernederende handelingen echt en oprecht aan haar gerief te laten komen. Fijn, Samuel, dankjewel!

Ik doe een beetje smalend, maar ik heb hier niet per se een oordeel over. Ik kan me goed voorstellen dat Reijn met deze film iets aan de orde stelt dat voor veel vrouwen anno 2025 een ding is; dat Reijn met deze verbeelding van de manier waarop Romy en Jacob hun seksleven reorganiseren een eigentijds taboe doorbreekt; en dat deze verbeelding bevrijdend is voor mensen die relationeel tekort komen omdat ze denken dat vrouwelijk masochisme een mannenfantasie is en dus geen plaats heeft in de echtelijke slaapkamer. So far, so good.

Wat ik wel problematisch vind, is hoe Reijn bij het uitwerken van deze emancipatoire fabel alle clichés en blinde vlekken van de erotische thriller uit de jaren ’80-’90 omarmt en valideert. Romy Mathis is CEO van een klein bedrijf met een min of meer ethisch product; haar gezin bewoont een duur New Yorks appartement en bezit bovendien een fraai buitenhuis ergens upstate; Samuel heeft gewelddadige tatoeages op zijn lijf en zijn vader is ex-militair, ex-bokser, body-guard…; Mathis’ ondergeschikten zijn bang voor haar, maar weten ook haar kwetsbare kanten te exploiteren. Enzovoort. Allemaal sociaal-economische inkadering die onlosmakelijk verbonden is met die eindeloze reeks films van zo’n dertig jaar geleden waarin succesvolle vrouwen zich vol overgave lieten vernederen door mannen die doorgaans gespeeld werden door acteurs – Mickey Rourke, Richard Gere, Michael Douglas – die het ook in het echte leven niet zo nauw namen met de seksuele ethiek. Films uit een tijd waarin je woorden als ‘neo-liberaal’ en ‘patriarchie’ en ‘financiële elite’ alleen in academische publicaties tegenkwam, waarin niemand zich druk maakte over politiegeweld, structurele ongelijkheid of femicide, en waarin Black Lives Matter, MeToo en ¡Ni Una Menos! nog veilig in de verre toekomst lagen.

Een paar jaar geleden hebben we collectief bedacht dat al die clichés en die blinde vlekken hartstikke fout waren en dat we, voor zover we vandaag de dag nog genieten van erotische thrillers uit de jaren ’80-’90, ons voor dat genot op z’n minst flink moeten generen. En nu vertelt Halina Reijn ons, dat het allemaal tóch OK, is want… vrouwelijk masochisme is helemaal geen mannenfantasie! Het is gewoon waar vrouwen – sommige vrouwen – echt en oprecht van klaar komen!

Daar wringt het, denk ik. Reijn doet het voorkomen alsof Romy Mathis’ seksualiteit een soort natuurgegeven is: Romy hééft nu eenmaal dat verlangen om zich als de eerste de beste jaren ’80-babe te laten vernederen door de mannen van wie ze houdt of denkt te houden. En echtgenoot Jacob bewijst pas een goede partner voor haar te zijn wanneer hij geleerd heeft om daar eigenhandig en hardhandig mee om te gaan: eerder schoot hij met zijn vanilla benadering gewoon keihard tekort. Reijn nodigt de kijker uit om zich in dit scenario te herkennen: om de bioscoop te verlaten met ergens het gevoel, ‘Wauw! Romy Mathis, dat ben ik’ (of: ‘Jacob, dat ben ik’…). Maar wat is daar nou precies mee aangetoond? Is er nu iets wezenlijks en tijdloos blootgelegd over vrouwelijke seksualiteit, zoals Reijn het doet voorkomen? Of bewijst de film alleen maar dat mannen en vrouwen van Reijns generatie (en de mijne) gevormd zijn – tot diep in hun seksuele identiteit – door al die foute erotische thrillers uit de jaren ’80-’90?

Ik denk eerder dat laatste dan het eerste. Ik was een jaar of tien toen Fatal Attraction en 9½ Weeks in de bioscoop en op de televisie kwamen. Dat was veel te jong om ze te mogen zien, vond de filmkeuring van destijds, maar niettemin konden mijn leeftijdsgenoten en ik volop meegenieten: via de posters bij de bioscoop en in de videotheek, via de suggestieve aankondigingen in de televiesiegids en de krant, en met een beetje geluk, zonder ouderlijk toezicht en met een onbewaakte VHS-recorder, alsnog all the way. Minstens zo vormend was de invloed van onze ouders, ooms en tantes enzovoort: de dertigers, veertigers van destijds die hun reeds actieve seksleven in real time op het lichtend voorbeeld uit Hollywood konden afstemmen, en van wier onderlinge interactie wij dagelijks stille getuigen waren. Nou hoeft natuurlijk niet elk voorbeeld direct navolging te vinden in de praktijk, maar het lijkt me ontstellend naïef om te denken dat onze ontluikende seksualiteit door dit alles helemaal onberoerd is gebleven en zich in natuurlijke vrijheid heeft kunnen ontwikkelen tot wat hij 'nu eenmaal is'. 

Het is dan ook een goede zaak, denk ik, dat we een paar jaar geleden bedacht hebben dat dat hele soevereine bouwwerk van misogynie, machismo, machtsmisbruik en masochisme dat de mainstream-cinema van de jaren ’80-’90 kenmerkt, hoognodig bij het vuil gezet moet worden. Jammer misschien voor ons, veertigers, die dat bouwwerk van klein kinds af aan zo geïnternaliseerd hebben dat we ons in de cinema en in de slaapkamer eigenlijk niet goed raad weten zonder. Maar bevrijdend voor jongere mensen, die gelukkig al lang en breed heel andere structuren en mechanismen ontdekt en uitgevonden hebben om hun intieme leven mee vorm te geven. 

Nou kan je zeggen: ja maar deze film, die is dus niet bedoeld voor die jonge mensen met hun nieuw uitgevonden, niet-heteronormatieve, genderfluïde sekslevens! Deze film is bedoeld voor veertigers en vijftigers: om hun bevestiging te geven dat ze zich niet hoeven te schamen voor hoe ze nu eenmaal gevormd zijn! 

Jawel, zeg ik dan, maar wij –  veertigers (en vijftigers) met onze door de jaren ’80-’90 gevormde mentaliteit – wij maken vandaag de dag wel mooi de dienst uit. We verdienen meer geld, we hebben betere banen, we hebben eigen huizen en gezinnen met relatief goede vooruitzichten. Moeten wij nou echt zo nodig bevestigd worden, en dan ook nog eens bevestigd in precies datgene wat ons onze  voorsprong in politieke, sociale en economische gegeven heeft ten opzichte van die jongere mensen – met hun precaire inkomens, hun politieke marginalisering en hun stelselmatig miskende sociale behoeften – voor wie een film als deze dus niet bedoeld is?

Ik denk dat als antwoord op die vraag, zo gesteld, een volmondig ‘nee!’ op z’n plek is. Begrijp me niet verkeerd: ik veroordeel niemand om hun intieme fantasieën, ik ben de laatste om mensen hun nostalgie naar de jaren ’80-’90 te misgunnen, en ik ben er zelf ook best voor te porren om Basic Instinct of Fatal Attraction nog eens te bekijken. Maar besmuikte nostalgie naar de foute jaren ’80-’90, verpakt als een emancipatoir manifest voor 2025, daartegen zeg ik: nee dank u. Er zijn vandaag de dag urgentere en belangrijkere dingen die op het programma zouden moeten staan.

Loading