C.L. Caspers – Frans en Duits: een pleidooi


In de vierde klas van het Murmellius kies je verplicht Frans of Duits. Dat is je tweede vreemde taal, want je krijgt al verplicht Engels. Nederlands, je ‘eigen’ taal, is ook verplicht. En dan heb je nog verplicht gekozen voor één van de twee klassieke talen: Grieks of Latijn. 

Moet dat echt, al die talen? 

Nou, die ene klassieke taal, die hoort er nou eenmaal bij op een gymnasium. Geen idee wat het nut ervan is. Ja, als je dokter wil worden of advocaat, dan is het wel aardig als je straks de Latijnse termen in het vakjargon kunt herkennen. En ieder jaar is er onder de eindexamenkandidaten wel één die Klassieke Talen wil gaan studeren. Maar verder: in Griekenland spreken ze tegenwoordig een heel ander Grieks, en in Italië spreken ze Italiaans. Het leren van nieuw-Grieks en Italiaans gaat wel een stuk makkelijker als je oud-Grieks en Latijn kent, maar wie wil er nou nieuw-Grieks of Italiaans leren? Ze kunnen daar in Griekenland en Italië toch allemaal ook wel Engels; genoeg in elk geval om je te woord te staan als je er op vakantie bent of voor je werk?

Nee, die klassieke talen, die horen erbij om het gymnasium exclusief te maken. ‘Exclusief’ is vandaag de dag een vies woord geworden: inclusief is goed en exclusief is slecht. Dat is helemaal terecht, maar een beetje gymnasiast kan bedenken dat ‘exclusief’ niets meer of minder betekent dan ‘uitzonderlijk’. Grieks en Latijn zijn wat een gymnasium uitzonderlijk maakt, of je dat nou leuk vindt of niet: geen verplicht Grieks of Latijn, en je hebt geen gymnasium meer.

Dat geldt niet voor Frans en Duits, en je kunt je dus afvragen waarom je dan verplicht in klas vier van het gymnasium Frans of Duits als je tweede vreemde taal moet kiezen. 

Je kunt je ook afvragen waarom het verplicht is om Nederlands of Engels te leren, maar het antwoord daarop is duidelijk. Nederlands is je eigen taal. Daarmee bedoel ik niet je ‘moedertaal’ of je ‘eerste’ taal: voor veel scholieren, bijvoorbeeld die met een migratie-achtergrond, is dat immers helemaal niet zo. Nederlands is je ‘eigen’ taal, omdat het de taal is die bij voorkeur gebruikt wordt in het openbare leven van het land waar je woont: in de politiek, in het onderwijs, in de media… enzovoort. En Engels is de ‘vreemde’ taal die je deelt met de meeste andere mensen op de wereld. Sinds een halve eeuw of zo, laten we het niet al te nauw nemen, kun je er van uitgaan dat in de meeste landen waar je op vakantie of voor je werk terecht kunt komen, de meeste mensen met wie je in gesprek zult treden wel een beetje Engels kunnen. Kortom, als je op een hoog niveau Nederlands of Engels hebt geleerd, dan heb je daar in binnen- en buitenland een flink voordeel aan.

Maar waarom moet je dan ook nog een tweede vreemde taal leren op het gymnasium? Die vraag stellen zich steeds meer mensen. Niet alleen scholieren die het allemaal een beetje véél vinden, al die talen, maar ook mensen die zich zorgen maken over hoeveel geld het kost om iedereen verplicht een tweede vreemde taal te laten kiezen in klas 4. En die mensen zeggen: prima als je in klas 4 een tweede ‘vreemde’ taal wil kiezen om later eindexamen in te doen, maar het zou niet verplicht moeten zijn, want dat is veel te duur. 

Dat is begrijpelijk, want ja: geld, hè…? Maar het is niet goed. Het zou wel degelijk verplicht moeten zijn om zo lang als dat praktisch mogelijk is (dus in ieder geval tot en met de vierde klas) zo veel mogelijk talen te leren. Je eigen taal,  een klassieke én tenminste twee vreemde talen. Nóg meer mag ook, als je dat nou heel erg leuk vindt: Grieks én Latijn, Duits én Frans… Maar op z’n minst, naast Nederlands, Engels en Grieks/Latijn, nog één vreemde taal.

Waarom? Omdat een taal leren niet alleen iets praktisch is, met een praktisch nut. Een taal leren is ook: de bereidheid hebben om andere mensen tegemoet te komen. Natuurlijk kun je wel verwachten dat die Duitsers en die Fransen jouw Engels verstaan, en dat ze zich tegenover jou in het Engels verstaanbaar kunnen maken. Maar is dat wenselijk? Is het niet veel beter voor je relatie als je kunt laten zien dat jij iemands taal wil kennen, hoe gebrekkig ook? En natuurlijk kun je wel roepen dat iemand die, ik noem maar wat: uit Marokko of uit Oost-Europa, of bijvoorbeeld via Duitsland uit Syrië naar Nederland is geëmigreerd, dat die nu eerst maar eens even een beetje Nederlands en Engels moeten leren voordat je met hen kunt praten. Maar is het niet veel beter voor het wederzijds begrip als je je direct in het Frans of Duits tot hen kunt verhouden? 

Ja, dat is natuurlijk veel beter. 

Maar, zeg je dan misschien, dat beetje Frans of Duits dat je in de vierde klas leert: dat is toch helemaal niet zo veel? Daarmee kun je toch nooit op tegen Duitsers en Fransen, die hun eigen taal spreken, of tegen mensen uit de Arabische wereld of Oost-Europa, voor wie Frans of Duits de eerste (en niet de tweede) vreemde taal is? En dat is dan toch iets heel anders dan het hoge niveau waarop je, ook in klas vier al, Engels en Nederlands leert? Dat is waar. Maar bij andere mensen tegemoet komen hoort óók, dat je beseft en erkent dat andere mensen ergens beter in zijn dan jij. In plaats van dat je hen meteen op één-nul achterstand zet, door hen te dwingen zich in gebrekkig Engels of Nederlands te uiten: talen waarin jij, dankzij je ‘exclusieve’ en geprivilegieerde achtergrond, nu eenmaal superieur bent. 

Verplicht Frans of Duits in klas vier is belangrijk, omdat je op het toch al zo exclusieve gymnasium niet alleen moet leren hoe je beter in dingen kunt zijn dan andere mensen: beter in Nederlands en Engels, beter in wis- en natuurkunde, beter in debatteren en olympiades, beter in Latijn… Vooral moet je op een gymnasium leren, hoe je je het beste tot andere mensen kunt verhouden: mensen met een andere achtergrond en een andere geschiedenis dan de jouwe, met andere competenties en een andere positie in de globale economische, politieke en militaire hërarchie. En er is geen betere manier om dat te leren dan via een tweede vreemde taal.

Kijk maar naar landen met een minder sterke traditie in het vreemde talen-onderwijs dan de onze: hoe mensen daar met elkaar omgaan. In de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland is het openbare gesprek over minderheden, identiteiten, migratie, vluchtelingen, zorg enzovoort van een nog veel bedroevender niveau dan hier te lande. Nee, een verplichte tweede vreemde taal op school biedt natuurlijk geen directe oplossing voor migratie-, vluchtelingen- en minderhedenproblematiek. Maar de bereidheid om andere mensen tegemoet te komen en het besef van hun eigenheid en competenties wel degelijk. En in het aanleren van die bereidheid en dat besef speelt een verplichte tweede vreemde taal in klas vier wel degelijk een cruciale rol.

Loading

,