Zonder gêne en zonder verstand Maar met bijzonder grote mond Gaat de Zanger naar het dodenland Daar is de vrouw, zijn trouwe hond De man zegt, ‘laat haar gaan’ Zo makkelijk gezegd, zo makkelijk gedaan In zijn oog geen enkele traan Toch lijkt de Hades stil te staan Dit is geen smeekbede, maar blijk van macht Het in de maling nemen van een god De Heer des huizes luistert met aandacht Voor hem is dit een groot genot Hij zegt tegen haar: ‘Ga mee’ Ze schudt haar kop, ze zegt ‘O nee’ Toch volgt ze deze man gedwee Naar het licht, naar land en zee Een triomfantelijke lach, het was gelukt Waarom zou hij niet ook omkijken? Maar onder de consequenties gaat hij gebukt En aan zijn schuld zal hij bezwijken