Midden in een weiland, trillend op een houten bankje Een peuk die rustig doorbrandt, op zoek naar erkenning, een bedankje Hoe ben ik hier gekomen? Kon het zoveel beter doen Het beekje stroomt moeiteloos, as dwarrelt neer op mijn schoen Deze stress, dit ontevreden zijn, ik sta hier als enige vast De schapen grazen rustig, een vogel wast zich in het natte gras De warme zomerzon zakt langzaam samen met mij naar de grond Het laatste licht strijkt op mijn gezicht; kou over mijn rug voelt als een wond Bloemen bloeien, kikkers kwaken, ik ben stil en zit Koeien loeien, takken kraken, ga tegen mijn wil en bid Bedankt voor dit geschenk, voor alles wat ik mag beleven Maar ik vrees dat ik nog zoek hoe ik echt dit leven moet leven Laatste trek en op, het verdwijnt als rook in de lucht Ik draai weer aan de knop, sta op en slaak een zucht Vogels zingen hun laatste klank, de zon is gezakt, de paarden slapen staand Dag houten bank. Zie je volgende maand
